Longfibrose

Longfibrose is een zeldzame chronische aandoening waarbij te veel littekenweefsel (ook wel bindweefsel genoemd) in de longen wordt gevormd. Hierdoor functioneert het longweefsel minder goed. De medische term voor dit littekenweefsel is fibrose. Longfibrose is een verzamelnaam en kent vele vormen.

De longen zorgen voor de zuurstofopname voor het hele lichaam. Als het longweefsel verdikt door de littekenvorming kunnen de longen onvoldoende zuurstof opnemen.

Dit leidt tot klachten als:

 

  • kortademigheid
  • snel moe zijn
  • weinig energie hebben.

Oorzaken van longfibrose zijn onder meer:

  • inademen van schadelijke stoffen
  • onderliggende reumatische ziekten
  • gebruik van bepaalde medicijnen.

Oorzaken

Het achterhalen van de oorzaak van longfibrose  is vaak een grote puzzel voor longartsen en onderzoekers. Er zijn vier algemene groepen van oorzaken die kunnen leiden tot longfibrose:

  • onbekende oorzaak
  • blootstelling aan bestraling, inademing van allerlei stoffen, bepaalde infecties en het gebruik van sommige soorten medicatie
  • onderliggende autoimmuunziekten zoals bijvoorbeeld sclerodermie of reuma
  • erfelijke vormen van longfibrose.

Hieronder volgt een toelichting voor elk van de groepen.

Onbekende oorzaak

De meest voorkomende vorm van longfibrose is de idiopathische pulmonale fibrose (IPF). Idiopathisch komt uit het Grieks en betekent: onbekende oorzaak. Men denkt dat deze vorm van longfibrose onstaat door een abnormale reactie van het longweefsel na beschadiging, waardoor uiteindelijk littekenvorming in de longen ontstaat.

Blootstelling

Inademing toxische (=giftige) stoffen
Inademing over een langere periode van giftige stoffen zoals metalen, vezels (b.v. asbest, steenwol en glasvezels) of steenstof (silicose), kan beschadiging van de longblaasjes veroorzaken waardoor bindweefsel (of littekenweefsel) ontstaat.  Dit noemt men beroepsgerelateerde  aandoeningen. Echter ook in de hobbymatige sfeer kan het inademen van stoffen tot longfibrose leiden.

Inademing organische stoffen

Mensen die in de agrarische sector werken, zoals champignonkwekers, bakkers en rozekwekers, kunnen longfibrose krijgen door het inademen van organische stoffen, zoals bepaalde schimmels.  Er ontstaat dan een allergische reactie in de longen. Deze reactie noemt men ook wel ‘boerenlong’.  De verschillende vormen worden meestal genoemd naar de (beroeps)groep waarbij ze veel voorkomen. Zo spreekt men bijvoorbeeld van een duivenmelkerlong, kaasmakerlong en champignonkwekerlong. Vanwege de allergische reactie spreekt men van ‘extrinsieke allergische alveolitiden’ (EAA). Dit is een verzamelnaam van allerlei vormen van een zelfde reactie in de longen.

Infecties

In sommige gevallen, zoals tuberculose (TBC) en legionella (veteranenziekte) kunnen infecties uiteindelijk blijvende schade in de long veroorzaken. Infecties leiden echter maar zelden tot een ernstige vorm van longfibrose.


Medicijnen

Medicijnen kunnen bijwerkingen hebben bij mensen die daar gevoelig voor zijn. Soms treedt een reactie pas jaren op na het gebruik van de betreffende medicijnen.  Een bekend voorbeeld is het antibioticum Nitrofurantoïne, dat voorgeschreven kan worden bij de behandeling van een blaasontsteking.

Bestraling

Bestraling van de borstkas in verband met bijvoorbeeld borstkanker of longkanker kan (een doorgaans beperkte vorm van) longfibrose tot gevolg hebben. Soms openbaren klachten zich pas jaren nadat men in aanraking is gekomen met bepaalde stoffen.

Onderliggende auto-immuunziekten

Onder deze categorie aandoeningen vallen onder andere bindweefselaandoeningen, zoals reumatoïde artritis en sclerodermie. Bij deze aandoeningen kan ook longfibrose optreden, vaak een wat mildere vorm. De bijwerkingen van de medicijnen voor deze aandoeningen kunnen in sommige gevallen ook de oorzaak zijn van longfibrose.

Erfelijke vormen

Ongeveer 10-15% van de patiënten met IPF heeft een erfelijke vorm van longfibrose. Er komt, mede dankzij wetenschappelijk onderzoek, steeds meer inzicht in bepaalde genetische afwijkingen die hierbij mogelijk een rol spelen. Een heel zeldzame vorm van erfelijke longfibrose is het Hermansky-Pudlak syndroom.

Als geen oorzaak bekend is, dan spreekt men van idiopatische longfibrose (IPF).

Longfibrose komt zowel bij mannen als vrouwen voor. De schatting is dat er in Nederland jaarlijks bij ongeveer 1000 patienten longfibrose wordt ontdekt (gediagnostiseerd). De meeste mensen bij wie de ziekte zich openbaart zijn ouder dan 50 jaar.

Het verloop van longfibrose en de vooruitzichten kunnen enorm variëren. Eenmaal beschadigd longweefsel kan niet meer herstellen. Goede behandeling is op dit moment nog niet beschikbaar. Wel zijn er medicijnen die de achteruitgang mogelijk kunnen afremmen. Longfibrose is een ziekte die naast alle lichamelijke beperkingen ook vaak grote sociale en emotionele gevolgen kan hebben.

Kwaliteit van leven

De eerste beperkingen die u merkt als u longfibrose heeft, zijn het minder kunnen doen, moe worden bij inspanningen en snel kortademig zijn. Ook heeft u soms hinderlijke hoestbuien. Hierdoor wordt u beperkt in het ontplooien van activiteiten. Veel leuke bezigheden zoals tuinieren, reizen en andere culturele en sociale activiteiten lijken niet meer mogelijk. Er mag niet meer gerookt worden in uw bijzijn en vrienden en kennissen lijken steeds minder begrip voor uw situatie te hebben. Als u nog werkt, dan ondervindt u hier ook uw beperkingen en zult u met uw arbo-arts en werkgever over de mogelijkheden moeten praten om minder te werken of zelfs te stoppen. Het wegvallen van sociale bezigheden of uw werk heeft een enorme impact op uw leven, maar ook op dat van uw partner.

Praten 

Door te praten over uw beperkingen en goed na te denken over de keuzes die u maakt, kunt u voorkomen dat u in een sociaal isolement raakt. Als u de minder leuke klusjes, zoals huishoudelijk werk, door iemand anders laat doen, dan houdt u energie over voor leuke bezigheden, zoals hobby’s, tuinieren, of fietsen. Zorg ook dat u tijdig voorzieningen regelt zoals een elektrische fiets, scootmobiel, traplift of douchestoel.

Energie verdelen

Als u zich ervan bewust bent welke activiteiten veel energie kosten, dan kunt u ook hier keuzes maken. Het is ook belangrijk dat u voldoende rustmomenten inlast. Zo kunt u voorafgaand of na een drukke dag ervoor kiezen slechts beperkt activiteiten te doen, of helemaal niets. Weest u zich ervan bewust dat het hebben van een ongeneeslijke ziekte emotioneel erg zwaar is en dat het verwerken ervan ook energie kost. Bespreek dit met uw partner, uw (huis) arts of vraag een doorverwijzing naar een maatschappelijk werker of een psycholoog.

Contact met lotgenoten 

Door samen met lotgenoten te praten over uw ervaringen, kunt u van elkaar leren en het gevoel hebben er “niet alleen voor te staan”. Ook kan gekozen worden voor het gezamenlijk beoefenen van bijvoorbeeld yoga of een andere vorm van ontspanning. De longfibrosepatiëntenvereniging biedt een luisterend oor en kan u helpen door u met andere patiënten in contact te brengen. Ook organiseert de longfibrosepatiëntenvereniging landelijke en regionale bijeenkomsten, waar u lotgenoten en hun partners kunt ontmoeten.

Bron: Longfibrose patiëntenvereniging

Pneumothorax

Pneumothorax is de medische term voor een klaplong. Bij een klaplong zit er lucht in de borstholte, in de ruimte tussen het long- en het borstvlies. Dit zorgt ervoor dat de long samenvalt, oftewel in elkaar klapt, vandaar de naam klaplong. Een klaplong geeft meestal de klachten van pijn in de borstkas, kortademigheid en een belemmering bij het ademhalen. Een klaplong kan op meerdere manieren worden behandeld, maar wordt meestal conservatief behandeld.

Wat is een pneumothorax (klaplong)?

Pneumothorax is de medische term voor een klaplong. Bij een klaplong zit er lucht in de borstholte, in de ruimte tussen het long- en het borstvlies. Dit zorgt ervoor dat de long samenvalt, oftewel in elkaar klapt, vandaar de naam klaplong. Een pneumothorax ontstaat meestal spontaan. Een klaplong kan echter ook ontstaan na een medische ingreep of bij aandoeningen van het long- of borstvlies. Bij een klaplong kan de long gedeeltelijk of geheel samenvallen. De klachten bij een pneumothorax zijn vaak ernstiger als een groter gedeelte van de long is samengevallen.

Hoe vaak komt een pneumothorax (klaplong) voor?

In Nederland komt een klaplong jaarlijks voor bij 0,005% tot 0,01% van de inwoners. Een klaplong komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen, in de verhouding 4:1.

Wat zijn de klachten/symptomen bij een pneumothorax (klaplong)?

Een klaplong geeft meestal de volgende klachten:

  • pijn in de borstkas
  • kortademigheid
  • een belemmering bij het ademhalen

 

Hoe ontstaat een pneumothorax (klaplong)?

Een spontane klaplong ontstaat als er een lek ontstaat in het longvlies, dit gebeurt meestal op een zwakke plek in dit longvlies. Deze zwakke plek bevindt zich meestal in het bovenste gedeelte van de long. Door dit lek komt er lucht uit de luchtwegen in de borstholte. Het is niet precies bekend waardoor dit lek ineens optreedt. Het is wel bekend dat een spontane klaplong relatief vaak voorkomt bij magere mannen tussen de 15 en de 40 jaar. Een spontane klaplong komt ook vaker voor bij rokers dan bij niet-rokers. Verder zijn long­ziekten zoals COPD, taaislijmziekte (cystic fibrosis) en tuberculose ook geassocieerd met spontane klaplongen.
Naast de bovengenoemde risicofactoren kunnen ook snelle drukveranderingen, zoals bij vliegen of duiken, leiden tot een klaplong, maar dat komt slechts zelden voor. Vaker treedt een klaplong op na medische ingreep, de oorzaak is dan meestal beschadiging van het borstvlies.

Wat is de behandeling van een pneumothorax (klaplong)?

De behandeling van een klaplong hangt af van de grootte en de uitgebreidheid. Een kleine pneumothorax hoeft niet te worden behandeld en herstelt spontaan, dit wordt dus niet zo zeer behandeld maar eerder vervolgd door de tijd met behulp van röntgenfoto´s. Tijdens de eerste dagen wordt aangeraden om rust te houden en door regelmatig röntgenfoto’s te maken wordt gecontroleerd of de klaplong spontaan herstelt.

Een uitgebreidere klaplong moet vaak wel worden behandeld. Er wordt dan allereerst een drain in de borstholte gebracht. Een drain is een plastic slangetje. Deze wordt aangesloten op een opvangpot die gevuld is met een laagje steriel water. Via dit systeem ontsnapt de lucht uit de borstkas, de lucht kan dan niet meer terug dankzij het laagje water. Als de long, ondanks de drain, na enkele dagen nog niet samenvalt, dan kan de drain weer worden verwijderd. Er moeten dan wel regelmatig röntgenfoto’s worden gemaakt.

Om een recidief (herhaling van de klaplong) te voorkomen kunnen het longvlies en het borstvlies aan elkaar worden geplakt. Hetplakken gebeurt door een ontstekingsreactie tussen deze vliezen te veroorzaken, hierdoor ontstaat verlittekening waardoor de vliezen weer aan elkaar hechten.

Het plakken kan op verschillende manieren gebeuren:

  • Door via de drain een talk in te spuiten.
  • Door via een kijkoperatie (thoracoscopie) een plakkende stof tussen de vliezen te brengen.
  • Door met een kijkoperatie van de borstkas (VATS) de longvliezen ruw te maken en eventueel kapotte longblazen te verwijderen, dit gebeurt onder narcose.
  • Door via een mini-thoracotomie (een borstkasoperatie onder narcose) eventueel kapotte longblazen en een deel van de buitenste longvliezen te verwijderen, dit vergroot het plakgebied, waarna geplakt kan worden.

Tuberculose (TBC)

Tuberculose (TBC) is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door de tbc-bacterie. Deze bacterie veroorzaakt in het lichaam ontstekingen. Op de afdeling longziekten binnen het Maasstad Ziekenhuis worden patiënten met TBC behandeld.

Tuberculose komt steeds minder vaak voor in Nederland. Toch is de ziekte nog niet verdwenen. Dit komt met name door de lange, verre reizen die mensen maken en de immigratie van allochtonen uit landen waar tuberculose veel voorkomt. Het kan vele jaren duren voordat iemand uiteindelijk de ziekte tuberculose ontwikkelt.

Longtuberculose

Longtuberculose is de meest voorkomende vorm van tuberculose, maar de ziekte kan ook ontstaan in andere delen van het lichaam, zoals de nieren, gewrichten, hersenen of lymfeklieren.

 

Wanneer bij iemand de diagnose longtuberculose wordt gesteld, kan dit besmettelijk zijn voor anderen. Ongeveer één op de vijf tbc-patiënten heeft een besmettelijke vorm van tuberculose, de open tuberculose. In dit geval zit de ontsteking op een plek in de luchtwegen waardoor het mogelijk is dat de bacteriën vanuit de ontsteking rechtstreeks naar buiten komen, bijv. via hoesten en niezen. Daarom zullen ook altijd de mensen worden onderzocht die intensief contact hebben gehad met degene bij wie Tuberculose is geconstanteerd. Personen met een verminderde weerstand zijn gevoeliger voor Tuberculose.

Symptomen

Het is belangrijk om tuberculose tijdig te ontdekken en te behandelen.

De meest voorkomende klachten in het beginstadium van tuberculose zijn:

 

  • nachtzweten
  • vermoeidheid
  • koorts
  • gebrek aan eetlust en daardoor vaak gewichtsverlies.
  • hoestklachten (langer dan drie weken) met (bloederig) slijm

Onderzoeken

Voordat de diagnose gesteld kan worden, zullen er een aantal onderzoeken uitgevoerd worden.

 

  • Mantoux-test (test waarbij een kleine hoeveelheid vloeistof in de linker onderarm wordt gespoten. Als het lichaam de TBC-bacterie bevat, zal er een bobbeltje in de huid van de onderarm verschijnen)
  • Quantiferon test (bloedtest waarmee gekeken kan worden of patiënten besmet zijn met tuberculose)
  • bloedonderzoek
  • röntgenfoto van de longen
  • bacteriologisch onderzoek van het speeksel
  • contactonderzoek (onderzoek uitgevoerd door de GGD bij mensen die mogelijk besmet zouden kunnen zijn door een patiënt met open tuberculose)

Behandeling

Tuberculose is goed te behandelen. De behandeling duurt minimaal 6 maanden, en bestaat uit 2 fasen:

 

  • intensieve fase: In een periode van ongeveer 2 maanden worden een groot deel van de bacteriën gedood.
  • continuatie fase: Omdat een klein deel van de bacteriën veel moeilijker te doden is volgt er nog een aanvullende fase van ongeveer 4 maanden. In deze periode gebruiken krijgt u nog 2 verschillende soorten medicijnen toegediend.

Bron: http://www.maasstadziekenhuis.nl

Pneumonie

Bij een longontsteking (pneumonie) raken longdelen (longblaasjes en luchtpijpjes) ontstoken en gevuld met pus bestaande uit witte bloedlichaampjes en vocht. Hierdoor kan er minder zuurstof door de wand van de longblaasje het bloed in. Meestal is slechts een longkwab aangedaan, maar soms treft longontsteking meerdere longdelen. Een longontsteking kan ondanks goede behandelingsmogelijkheden nog steeds levensbedreigend zijn.

 

Longontstekingen worden meestal door een bacteriële infectie veroorzaakt, maar ook virussen en schimmels kunnen de ziekte veroorzaken.
Longontsteking komt veel voor. Elke huisarts (met gemiddeld 2000 patiënten) ziet 10 tot 20 patiënten per jaar met een longontsteking. Daarvan verwijst hij 5-10 procent door naar het ziekenhuis wegens een ernstig verloop.

Longontsteking was vroeger een belangrijke doodsoorzaak, maar de meeste mensen herstellen tegenwoordig dankzij antibiotica. Longontsteking kan echter fataal zijn bij ouderen en mensen die al ziek zijn en leidt tot bijna 6500 doden per jaar.
Sommige vormen van longontsteking worden steeds moeilijker te behandelen door de toenemende ongevoeligheid van de ziekteverwekkers tegen antibiotica. Hierdoor is longontsteking de meest voorkomende fatale ziekenhuisinfectie.
Kinderen, ouderen en mensen die ernstig of chronisch ziek zijn hebben de grootste kans op het krijgen van een longontsteking, evenals mensen met een verzwakt afweersysteem, zoals bij AIDS of behandeling met afweerremmende middelen. Mensen die roken, zwaar drinken of ondervoed zijn, hebben een ook grotere kans op een longontsteking.

 

Oorzaken

Meestal wordt longontsteking bij volwassenen veroorzaakt door een bacterie, in Nederland meestal de Streptococcus pneumoniae (pneumokok). Deze bacterie zit onder normale omstandigheden in de mond-keelholte maar kan als complicatie bij een virusinfectie naar de lagere luchtwegen afzakken. Andere algemene bacteriële verwekkers zijn Haemophilus influenzae en Mycoplasma pneumoniae.
Legionella pneumophila veroorzaakt veteranenziekte of legionellapneumonie. Deze bacterie verspreidt zich via watersystemen. Deze ziekte kan zeer ernstig verlopen als hij niet tijdig onderkend en behandeld wordt.
Longontsteking door de bacterie Staphylococcus aureus treft meestal mensen in ziekenhuizen, vooral zeer jonge kinderen en ouderen. Deze soort longontsteking treedt op als ernstige complicatie bij griep. Ziekenhuislongontstekingen worden vaak veroorzaakt door de bacteriën Klebsiella en Pseudomonas.
In sommige gevallen zijn andere organismen verantwoordelijk, zoals schimmels of virussen. Dit is zeldzamer en komt meer voor bij mensen met een verzwakt immuunsysteem.
Een zeldzaam type longontsteking, aspiratiepneumonie, kan worden veroorzaakt door het inademen van braaksel. Dit komt voor bij mensen die geen hoestreflex hebben, vaak doordat ze bewusteloos zijn door misbruik van alcohol of drugs of door hoofdletsel

 

Symptomen en complicaties

Bij bacteriële longontsteking ontwikkelen zich meestal al na enkele uren ernstige symptomen. Hiertoe behoren:
hoest, soms met roestkleurig of bloederig slijm;
pijn op de borst die erger wordt bij het inademen;
kortademigheid in rust;
hoge koorts, koude rillingen, delirium of verwardheid.


Complicaties

De ontsteking kan zich van de longblaasjes naar het longvlies verspreiden, waardoor pleuritis ontstaat. Er kan zich vocht tussen de beide vliezen van de pleura ophopen, waardoor de long wordt ingedrukt en de ademhaling bemoeilijkt wordt.
In ernstige gevallen kunnen de ziekteverwekkers in de bloedsomloop komen, wat tot bloedvergiftiging (sepsis) leidt.

 

Diagnose, behandeling en prognose

De diagnose wordt gewoonlijk gesteld op grond van de ziekteverschijnselen, de bevindingen bij lichamelijk onderzoek (o.a. met stethoscoop) en het röntgenonderzoek van de borstkas. Als u slijm ophoest, wordt een monster hiervan in het laboratorium onderzocht op bacteriën en getest op gevoeligheid voor bepaalde medicijnen. Bij koorts worden er ook bloedkweken afgenomen, soms is de bacterie hieruit te isoleren.

De meeste longontstekingen kunnen gewoon thuis behandeld worden met antibiotica. Pijn en de koorts kunnen met pijnstillers afnemen. Pijnbestrijding is essentieel om doorademen en ophoesten te bevorderen. Bij virale longontsteking is meestal geen extra medicijn nodig.
Bij een ernstig verlopende longontsteking is een ziekenhuisopname noodzakelijk. De medicatie is in deze gevallen dezelfde, behalve dat deze via een infuus zal worden gegeven. Als het goed gaat, kan die behandeling na een paar dagen worden omgezet in een orale vorm (waarbij men medicijn slikt). Ernstige longontsteking die door een virus is veroorzaakt, zoals het waterpokkenvirus, varicella zoster, kan worden behandeld met antivirale middelen.
Als het zuurstofgehalte van het bloed laag is of als u het benauwd hebt, wordt zuurstof door een masker toegediend. Bij heel ernstige vormen wordt een patiënt naar de intensive care overgeplaatst voor beademing.

Jonge mensen in goede conditie herstellen binnen twee tot drie weken van de meeste vormen van longontsteking en houden er geen blijvende schade aan de longen aan over. Het herstel van het bacteriële type begint binnen een paar uur na het begin van de antibioticabehandeling. Na enkele dagen verdwijnt de koorts en treedt herstel in. Wel leert de ervaring dat het nog enige maanden kan duren voor dat de patiënt weer volledig op conditie is.

Bron: http://www.longziektenassen.nl

Sarcoïdose

Wat is sarcoïdose?

Sarcoïdose is een ziekte waarbij spontaan ontstekingen ontstaan in verschillende organen en weefsels van het lichaam. Als afweerreactie op de ontsteking worden door het lichaam grote hoeveelheden witte bloedcellen  aangemaakt die zich ophopen. Deze ophopingen worden granulomen genoemd. Bij de meeste mensen verdwijnen deze granulomen vanzelf, maar bij sommigen niet. Het aantal granulomen kan stabiel blijven, maar er kunnen ook meer granulomen bijkomen. Ook kan er littekenweefsel ontstaan. Littekenweefsel en veel granulomen kunnen ervoor zorgen dat je organen niet meer goed kunnen werken.

Sarcoïdose, vroeger de ziekte van Besnier-Boeck (-Schaumann) genoemd, kan op heel veel plaatsen in het lichaam optreden maar komt vooral voor in:

  • De longen.
  • De lymfeklieren.
  • De huid.
  • De ogen.
  • De gewrichten
  • Keel-Neus-Oor-gebied

Minder vaak komen bijvoorbeeld aantasting voor van:

  • Het hart.
  • Het zenuwstelsel.

Acute en chronische sarcoïdose

Sarcoïdose kan acuut of juist geleidelijk beginnen. Het verloop is moeilijk te voorspellen omdat het vaak grillig verloopt. Bij acute sarcoïdose ontstaan er plotseling klachten, maar wordt het verloop rustiger naarmate de ziekte vordert. Bij sarcoïdose met een geleidelijk begin komt het vaak voor dat de klachten in het begin vaak minder hevig zijn, maar wel langer aanhouden. Vanwege dit verloop wordt het ook wel chronische sarcoïdose genoemd. Dertig  tot veertig op de 100.000 personen in Nederland lijdt aan acute of chronische sarcoïdose. In zeldzame gevallen kan sarcoïdose tot leiden tot de dood, maar dit is erg afhankelijk van de plaats waar de sarcoïdose zich bevindt.

Sarcoïdose hetzelfde als tuberculose?

Sarcoïdose moet niet verward worden met de longziekte tuberculose. Bij tuberculose is er net als bij sarcoïdose sprake van problemen aan de longen, maar de oorzaak is in beide gevallen verschillend. Bij sarcoïdose komen ook vaak problemen aan andere organen voor, terwijl dit bij tuberculose in mindere mate het geval is.

Oorzaak van sarcoïdose

De precieze oorzaak van sarcoïdose is nog niet duidelijk. Onderzoek heeft aangetoond dat erfelijkheid en omgevingsfactoren vermoedelijk een rol spelen. Patiënten zijn bijna altijd tussen de twintig en veertig jaar oud wanneer ze de diagnose sarcoïdose krijgen. In Nederland krijgen ongeveer evenveel mannen als vrouwen sarcoïdose.

Er zijn wel een aantal stoffen bekend die bij mensen met sarcoïdose kunnen leiden tot een reactie van het afweersysteem:

  • Beryllium.
  • Aluminium.
  • Titanium.
  • Zirconium.
  • Glaswol.
  • Steenstof.
  • Talk.
  • Krijt.
  • Meel.

Symptomen van sarcoïdose

De symptomen en klachten van sarcoïdose zijn heel verschillend per patiënt. De symptomen van sarcoïdose hangen vooral af van de organen en weefsels waarin de ontsteking aanwezig is of is geweest. Veel voorkomende klachten en verschijnselen zijn:

Deze klachten kunnen ook blijven bestaan als de ontstekingen zelf niet meer aanwezig zijn. De sarcoïdose wordt dan als rustig of inactief aangemerkt terwijl de klachten niet veranderen.